Ontwikkeling van de Alexander Techniek
Jeroen Staring is in 2005 gepromoveerd aan de Radboud Universiteit op een levenslange hobby, de geschiedenis van het werk van Frederick Matthias Alexander. Hij beschrijft tot in detail en geïllustreerd met veel foto’s en documenten de geschiedenis van deze Alexander, die als Australische voordrachtskunstenaar een lespraktijk toepaste en met succes naar Engeland meenam en uitbouwde tot de Alexander Techniek.
Geen hagiografie maar echte geschiedschrijving
Anders dan de gangbare biografieën, die eerder een hagiografie zijn dan realistische geschiedschrijving, laat hij zien dat Alexander in feite de ideeën van zijn tijd toepaste en zelf niet of nauwelijks oefeningen ontwierp. ‘De stappen die Alexander in zijn verhaal over de ontwikkeling van zijn ’techniek’ in The use of the Self uit 1931 beschreef, lopen vrijwel parallel aan de stappen die Frenkel in 1902 beschreef om zijn patiënten met tabetische ataxie te leren op de juiste wijzen te bewegen. Centraal staat een cognitieve strategie voor het stapsgewijs mentaal ‘uitdenken’ van de beweging om ten slotte de beweging uit te voeren. Zowel de instructies van Alexander als die van Frenkel behelzen het uitvoeren van goed ‘uitgedachte’ bewegingen onder bewuste visuele controle’ (p.310).
Geboorte van de Alexandertechniek
‘Tot aan het eind van zijn leven gebruikte Alexander voor zichzelf de autosuggestieve manier; dit is de cognitieve strategie om bewegingen te initiëren. Tot 1911 verwachtte hij van zijn cliënten hetzelfde. Na 1911, echter, onderwees hij zijn cliënten steeds minder via het leren instructies te geven aan zichzelf (het zogenaamde autosuggestief ‘giving directions and orders’), maar steeds meer via non-verbale, hands-on communicatie. Tussen 1911 en 1931 had hij blijkbaar ontdekt hoe hij op een bepaalde manier zijn handen kon gebruiken als instrumenten om zijn instructies non-verbaal te communiceren. Pas na 1931, toen hij zijn Training Course studenten hands-on lesgaf terwijl deze studenten zelf andere studenten lesgaven op de hands-on manier terwijl zij de instructies over de vrijwel autosuggestieve zelfinstructies (‘giving directions and orders’) uitlegden, had Alexander zijn hands-on lespraktijk getransformeerd en gerevolutioneerd. Dit was de echte geboorte van de Alexander techniek’. (p.310)
Een hypothese over het gebruik van de kaken door de geciviliseerde mens als oorzaak voor een gespannen houding
De auteur eindigt met een interessante gedachte over de oorzaak dat zoveel nekken gespannen zijn, waar zelfs de Alexander Techniek niet tegen op kan. Tengevolge van de civilisatie gebruikt de mens in steeds mindere mate de onderkaak. Voedsel wordt gekookt en met mes en vork gegeten. Dit heeft implicaties voor de occlusie van tanden en kiezen. De onderkaak wordt naar achter gehouden, wat gevolgen heeft voor de balans van het hoofd en de ademhaling. Dat is een reden dat minder geciviliseerde mensen een betere lichaamshouding hebben.
Publicatiedatum: 30 januari 2006
Bron: Jeroen Staring. Frederick Matthias Alexander. The origins and history of the Alexander Technique. Integraal, Nijmegen, 2005. ISBN-10: 9050920187. Te verkrijgen bij de auteur: jeroen.staring@hetnet.nl