Symposium AOT “Onbegrepen klachten?”
Papendal, Arnhem, 18 november 2006
Het vijfde jaarlijkse symposium over AOT ging in op het thema van klachten die vanuit medisch perspectief niet of onvoldoende verklaard kunnen worden, zoals chronische vermoeidheid, fibromyalgie, burn-out, hyperventilatie.
In de opening zette Jan van Dixhoorn de terminologie hierover uiteen. Hij gaf een toelichting op de classificatie volgens DSM-IV onder somatoforme stoornis als psychiatrische diagnose en de kritiek die daarop komt met de aanstaande herziening naar DSM-V. Nadelen van de term somatoforme stoornis, o.a.: het is beladen voor patiënten vanwege de indeling als psychiatrische diagnose, patiënten vormen geen coherente groep, het is niet betrouwbaar te meten en daarbij leidt het tot juridische verwarring aangaande arbeidsongeschiktheid. Hij liet zien dat dit de meest voorkomende psychiatrische diagnose is in de eerste lijn, waar de artsen het minste raad mee weten.
Het voorstel is ze te rangschikken onder functionele somatische syndromen, afgaande op de symptomen. Veel voorkomende klachten zijn: Pijn, Moeheid, Slecht slapen, Algemene malaise, Vergeetachtigheid, Prikkelbaarheid en Concentratieproblemen.
Met de vraag wat AOT voor “onbegrepen klachten” kan betekenen, werd het stokje doorgegeven aan Nol Bernards die een verdiepingsslag in de neurofysiologie aanbood, maar op een manier gebracht dat het direct inzetbaar is in uitleg naar patiënten toe. Doelstelling van de voordracht was “meer begrip voor onbegrepen klachten” te krijgen.
De stof werd op levendige wijze gepresenteerd en was doorspekt met beeldende taalkunst. Zo geldt op celniveau “use it or loose it”, hetgeen werd ondersteund met de uitleg dat een cel aan ‘zelfmoord’ doet als hij zich niets waard voelt. Weet ook dat ‘zoals je eruit ziet, een kenmerk is voor wat je gedaan hebt’, waarbij ‘functie maakt vorm’ de basis is om atrofie neer te zetten. Spreek je spieren niet aan, dan voelen ze zich overbodig, doen aan zelfvernietiging en daardoor verandert je uiterlijk.
In de uitleg over stresshantering werden mensen met dieren vergeleken. Boze katten dienden als voorbeeld, wat gebeurt er als hun reactie ‘fight’ is, en wat als ze kiezen voor ‘flight’?
De vechtende kat is ‘ergotroop getuned’ en verbruikt veel energie, wat hij kortdurend kan volhouden. Het zal van zijn belastbaarheid afhangen of hij de strijd kan winnen en bij uitputting zal blijken dat hij als verzwakte een gemakkelijke prooi is. Als je sterk ergotroop ingesteld bent, is een dubbeltaak op stofwisselingsniveau niet mogelijk en kan er niet hersteld worden terwijl er inspanning geleverd wordt. Darmwerking bij voorbeeld, vermindert dus bij stress en aanhoudende stress leidt daarom in veel gevallen tot obstipatie. Als je een wegloper bent (de kat die achteroverleunt, afstand neemt van de stressor) doe je veel moeite om een veilige plek op te zoeken om op verhaal te komen. Een minder energieslurpende keuze dan vechten, maar beide keuzen vragen uiteindelijk een veilige plek om te kunnen herstellen.
Hierin lag weer een vertaalslag naar AOT, waarbij het scheppen van voorwaarden om te kunnen komen tot ontspanningsrespons van wezenlijk belang is. Het biologisch vermogen tot zelfzorg kan worden ingezet als de noodzaak tot zorg wordt ervaren, waarbij duidelijk wordt dat het makkelijker is reeds geleerde strategieën aan te kunnen spreken, dan in nood een nieuwe strategie te moeten aanleren. Bij aanhoudende stress en spanning is er sprake van ‘ontlijving’, of dissociatie (overprikkeling met als gevolg een informatiestop): het niet voelen, geen pijn meer voelen, geen signaal ontvangen, is een overlevingsstrategie geworden om de vermoeidheid en schade niet te hoeven waarnemen, zolang de situatie niet veilig is. Om de zelfzorg weer mogelijk te maken is een voorwaarde de ‘awareness’ te vergroten en het gevoel weer te kunnen aanspreken. Dit doe je onder andere door de activiteit van de linker hemisfeer te verminderen. Een goed voorbeeld daarvan zijn herhalende, cyclische bewegingen zoals ‘benen wrijven’, die de rechter hemisfeer stimuleren.
En zo werd onderbouwd hoe met een proefbehandeling AOT bepaald kan worden in welke mate de zelfzorg hersteld kan worden, zonder dat het ongedaan maken van de ‘ontlijving’ tot angst of schrik reacties leidt. Het niveau van overspanning, is in balans als dit betrekkelijk makkelijk lukt met AOT en de klachten reageren daar goed op. De voordracht en uitleg van Nol beviel zo goed dat het voltallige publiek voortzetting van deze wijze en leuke les verkoos, zodat de geprogrammeerde discussie in subgroepen na de pauze kwam te vervallen.
Na de bekende prettige, copieuze ‘Papendal-lunch’ en het halen van een frisse herfstneus werden vier groepen gemaakt voor een praktijksessie. Onder leiding van docenten AOT werd ‘zit, tijd, ruimte, lucht genoeg’, gedaan met notatie van kwalitatieve ervaring na elk item. Er was tevens tijd, ruimte en lucht voor het vraagstuk waar AOT staat en hoe AOT kan ingrijpen op de ‘onbegrepen klachten’. De instructie na de lunch bleek zeer welkom in de groepen en het intensieve ochtendprogramma bood daarbij ruim stof tot discussie.
De dag werd afgesloten door Jan van Dixhoorn met introductie van het nieuwe patiënten registratie systeem via de site en uitleg over de nieuwe Algemene Toestand Lijst, die de Nijmeegse vragenlijst kan aanvullen.
Publicatiedatum: 4 januari 2007
Auteur: Ellen Roggeband, docent AOT