Symposium AOS 14 maart 2009 te Papendal
AOT werkt het? Is het bewezen?
De ondertitel van de uitnodiging vermeldt dat de AOS wil ingaan op nieuwe argumenten en feiten uit wetenschappelijke publicaties. Eveneens wordt een wetenschappelijk onderzoek van de praktijk van een AOT’er gepresenteerd.
Download de voordracht AOT: Werkt het? Is het bewezen? door Jan van Dixhoorn (pdf)
Jan van Dixhoorn opent het congres met een lezing verwijzend naar het hoofdthema: AOT: Werkt het? Is het bewezen? Aan de orde komt de stand van zaken tot nu toe. AOT wordt meer en meer gezien als een zelfstandige behandelwijze. Het ontwikkelen van een beroepsprofiel, herregistratie richtlijnen en een klachtenreglement komt de professionaliteit ten goede. In de lezing wordt gewezen op de verschillende mogelijkheden die er zijn voor wetenschappelijk onderzoek en welke mogelijkheden geschikt zijn voor AOT. In dat kader doet Jan van Dixhoorn een oproep aan alle AOT’ers om wetenschappelijke artikelen rond de effecten van diverse vormen van ontspanningstherapie te lezen en te bestuderen op modaliteiten. Welke modaliteit wordt ondersteund? Is de claim voor een specifiek effect reëel? Kun je er wat over zeggen en erover rapporteren op de AOS site? Interessante onderzoeksvragen kunnen ook zijn of AOT in een vroeg stadium tot kostenbesparingen leidt. In het kader van onderzoeksresultaten wijst Van Dixhoorn nogmaals op het gunstige effect bij hartpatiënten dat nog altijd niet volledig door cardiologen wordt gedragen.
In de rest van de lezing komen Buteyko (werkt unimodaal, heeft wel effecten, maar geen aantoonbaar effect op of via hypocapnie, zoals de pretentie is, de claim dat astma te genezen is , klopt niet, wel is er vaak sprake van overmedicatie, die gereduceerd wordt); de wetenschappelijk onderbouwde manier van het noteren van het adembereik dmv MARM; de Heartmath hartcoherentie meting (training mbv biofeedback en langzaam ademen; ook AOT instructies hebben vaak invloed op de ademfrequentie, interessante vraag is of dan de hartcoherentie ook beïnvloedt wordt) en de invloeden van dyspnoe op het limbische systeem aan de orde. Tenslotte wordt ‘Mindfulness’ meditatie besproken: het vergt discipline en oefening, terwijl AOT laagdrempelig is en aansluit bij ADL, het effect is grotendeels gelijk aan multimodale AOT, alleen is het specifiek tegen het piekeren en negatief interpreteren.
Download de voordracht Het klinisch effect van AOT: Onderzoek in de praktijk door Jenny Wakker (pdf)
Bij de volgende lezing komt Jenny Wakker aan het woord. Zij studeert bewegingsweten-schappen en heeft een onderzoek gedaan naar 164 AOT patiënten uit de praktijk van één AOT’er. Doel van het onderzoek was het effect van AOT in de praktijk te meten. Voor het goed vaststellen van werkzaamheid zonder een controle groep zijn de volgende beoordelingscriteria opgesteld:
- Als de NVL (Nijmeegse Vragen Lijst) meer dan 10 punten daalde, werd de conclusie Verbeterd getrokken.
- Als de NVL meer dan 10 punten daalde en bovendien onder de 17 punten uitkwam werd de conclusie Hersteld getrokken.
Er werden 119 casussen beoordeeld. De patiënten werden ingedeeld in Spanning, Hyperventilatie, Slaapproblemen, Angst, Paniek en Fobie (APF) en Overig. Over alle categorieën totaal verbeterden (70%) of herstelden (60%) de meeste patiënten significant. Slaapproblemen en Angstklachten bleven wat achter. Dit kan te maken hebben met het relatief lage aantal patiënten met slaapklachten dat meedeed en de vrij lage aanvangsscore op de NVL.
Het kan er op duiden dat de NVL voor slaapproblemen niet de meest effectieve vragenlijst is. Ook lijkt de rol van beperkende voorwaarden bij slaapklachten groter.
Bij Angst, Paniek- en Fobieklachten leek de NVL ook minder geschikt, AOT heeft wel effect maar minder dan de andere categorieën. Dit kan aan de meting door de NVL liggen, omdat het effect gemeten aan het oordeel over de hoofdklacht beter was.
Conclusie was dat AOT significante verbetering gaf in bepaalde klachten groepen.
Wel werd het advies gegeven meer aan dataverzameling te gaan doen, de interne validiteit te vergroten (invloed andere behandelaar, medicatie ed) en een controle/follow up meting in te voegen. Al met al een leuke opsteker over de effectiviteit van AOT!
Na de lunch werden de aanwezigen over twee groepen verdeeld. Beide groepen gingen de ene keer oefenen met de MARM en werden de andere keer ingelicht over het resultatenonderzoek.
Bij de MARM werden in tweetallen metingen gedaan in verschillen zithoudingen: meer of minder rechtop, hoog ademend, handgreep lendenadem. Met gradenbogen werden vervolgens de metingen in getallen omgezet waarmee Ademgebied en Adembalans werden uitgerekend. Om de betrouwbaarheid van de gegevens te meten onderzocht iedereen zijn proefpersoon tweemaal, dus totaal 12 metingen.
De andere workshop ging over het resultatenonderzoek. Zowel Jan van Dixhoorn als onderzoekster Jenny Wakker hadden het belang van dataverzameling al benadrukt.
In deze workshop werd uitgelegd hoe je de gegevens in moet voeren, hoe de categorieën zijn samengesteld en welke gegevens belangrijk zijn. Het geheel werd afgerond met een vragenlijst over eventueel extra aan te leveren gegevens.
Het invoeren is niet zo heel veel werk. Deze dag is duidelijk geworden dat het belangrijk is dat alle AOT’ers gegevens aan gaan leveren! Zo wordt een databank gevormd van veel patiëntencategorieën waar belangrijke conclusies uitgetrokken kunnen worden voor de onderbouwing van ons beroep.
Alle deelnemers ontvingen het boek Stress: preventie, reductie en ontspanning, twaalf methoden van M. van Kampen en M. Vervaeke.
Naast AOT worden 11 andere methodes waaronder eutonie, haptonomie, mindfulness en de Alexandermethode op een rij gezet.
Publicatiedatum: 24 maart 2009
Bron: Hand-outs ‘AOT werkt het? Is het bewezen?’
Auteur: Gerie van de Vlekkert