Verslag AOS-symposium procesmatig handelen
Het AOS symposium 2014 vond dit jaar plaats op zaterdag 29 maart in Apeldoorn in de luxe ambiance van hotel de Cantharel. Door de blijdschap van het weerzien heerste er bij de binnenkomst van de therapeuten een algeheel reünie gevoel. Jan van Dixhoorn opende deze dag met zijn inleiding over procesmatig handelen. In de huidige zorg wordt de nadruk veelal gelegd op evidence based werken en op het gebruik van gestandaardiseerd vragenlijsten. Jan benadrukt juist het volgen van de cliënt en met de cliënt bepalen wat zinvol, haalbaar en relevant is in de behandeling. De objectieve metingen bieden aanvullende informatie als toets achteraf. In zijn artikel over Burnout heeft Jan beschreven wat procesmatig handelen inhoudt en waarom zowel de indruk van de therapeut als cliënt wel belangrijke en betrouwbare informatie geven over de behandeling. Objectieve metingen zijn een noodzakelijk toets achteraf, maar niet sturend in de behandeling. Dit geluid klonk door in de presentaties en diverse workshops van deze dag.
Janneke Haisma, revalidatiearts in het Kennemer Gasthuis, legde op heldere wijze uit hoe in de hartrevalidatie proces gestuurd kan worden gewerkt. In tegenstelling tot het aanbieden van één gelijke behandeling met dezelfde duur wordt er tijdens het hartrevalidatieprogramma regelmatig geëvalueerd met de patiënt en wordt de patiënt betrokken in de besluitvorming over het stoppen of doorgaan met de begeleiding. Janneke wijst op de meerwaarde van het bieden van ondersteuning aan de patiënt in het benoemen van zijn/haar vooruitgang. Ook juist datgene wat niet in een getal uit te drukken is zoals bijvoorbeeld reëel zelfvertrouwen, optimisme en genieten biedt relevante informatie over het herstel.
In de pauze spreek ik een aantal personen aan over hun beleving van deze dag en hun ervaring met procesmatig handelen in de praktijk. Astrid Schoenmaker werkt als AOT-therapeut in haar eigen praktijk en in een particuliere praktijk. In de particuliere praktijk loopt ze wel eens tegen het lineaire denken aan. Soms moet je wel eens compromissen sluiten waar je niet helemaal achter staat vertelt ze. Wat ze de laatste tijd wel een positieve ontwikkeling vind in haar werk is de zichtbare meerwaarde van AOT voor COPD/longproblematiek.
Ria de Jeu werkt vanuit haar eigen praktijk voor oefentherapie Cesar en Adem en Ontspanningstherapie en ervaart voldoende ruimte voor het procesmatig handelen in de begeleiding. Ze vertelt dat het schrijven van haar laatste casus een goede reflectie was op haar procesmatig handelen en dat ze weer meer is gaan variëren met andere soorten instructies. Wat voor haar nog altijd een belangrijke les was is het leren doorvragen in het gesprek met de cliënt; hoe gaat het? Goed. Wat is voor jou goed?
Henk Buurman spreek ik over zijn interessante combinatie tussen adem en ontspanningstherapie en muziekonderwijs. Naast zijn werkzaamheden als aot’r in een gezondheidscentrum heeft hij AOT ook geïntegreerd in zijn privépraktijk voor trompet onderwijs en zijn werk als dirigent van een harmonieorkest. Hij ervaart dat hij door de AOT in zijn lessen veel meer ruimte is gaan geven aan de leerling en de ervaring van zijn/haar zintuigen. Binnen de muziekwereld valt er volgens hem nog veel terrein te behalen voor de adem en ontspanning therapeut, het is niet gemakkelijk om het academische niveau van conservatoria binnen te komen vertelt hij. Henk werkt nu ruim 10 jaar als AOT’r en hoewel procesmatig handelen een bekend begrip is geeft hij aan het heel prettig te vinden om dit onderwerp vandaag vanuit verschillende nieuwe invalshoeken te horen.
Na een kopje koffie begon de eerste ronde met workshops. Yvonne Esser en Hilde Hansman vertellen over de resultaten van hun onderzoek naar het onderscheid tussen hyperventilatie, disfunctioneel ademen en angstklachten. Het procesmatig handelen zit volgens hen onder andere in het niet vooraf categoriseren van patiënten maar eerst onderzoeken hoe mensen reageren gedurende de behandeling. Halverwege loop ik binnen bij de workshop groepsinstructie AOT, gegeven door Gerard van Holland en Els Anthonissen. Op dat moment worden de richtlijnen voor de evaluatie van AOT in groepsverband gezamenlijk doorgenomen. De deelnemers proberen zich een beeld te vormen van de evaluatie van een groep en de verslaglegging hiervan. De vragen die er zijn bij de deelnemers gaan ook over wat wel en niet belangrijke informatie is voor de evaluatie en hoe ze de evaluatie qua tijd kunnen inbouwen. Gerard en Els benadrukken dat hoe je het nu aanpakt je uitgangspunt is; binnen jouw setting met de eigen structuur, variatie en werkwijze. Els spreek ik achteraf over de workshop, zij hoopt dat therapeuten ook zullen kiezen voor deze casusvorm en dat er over drie jaar al wat zicht zal komen over procesmatig werken in groepsverband. Els zegt dat het wel goed zou zijn om te kijken naar een ondersteunende brief van dit project voor de therapeuten zodat in hun werk extra tijd voor de evaluatie en verslaglegging geven kan worden. Ook deze workshop werd na de pauze herhaald.
Van de vier workshops heb ik er twee niet bij kunnen wonen. Volgens de documentatie gaven twee behandelaren een verslag van spanningsregulatie bij een man na een herseninfarct en een vrouw met een vergevorderd dementieel beeld. Dit waren twee opmerkelijke toepassingen, waar nog weinig bekendheid over is, maar zeer beloftevol bleken. Er was helaas weinig belangstelling onder de deelnemers, in tegenstelling tot de workshop over ademdysfunctie bij nekklachten, die overboekt was en na de pauze herhaald werd. Edgar Jansen, osteopaat en partner van een AOT’er, presenteerde zijn onderzoeksopzet en de argumenten waarom verandering van ademdysfunctie kan samengaan met verbetering van nekklachten. Inderdaad is dat vanuit het Resultaten project al bekend. Helaas kon hij nog geen uitkomsten presenteren, misschien een volgende keer?
In de middagpauze is er een heerlijke lunch in het hotel met een riant koud én warm buffet. Het is prachtig weer vandaag en wanneer er de mogelijkheid toe is staan mensen buiten in de zon, wat de warme sfeer van vandaag versterkt. En naast het doorpraten over het thema en de workshops maken de therapeuten ook gebruik van de mogelijkheid van deze dag om de eigen AOT ervaringen uit te wisselen..
Na de middagpauze bestaat, na vooraf hiervoor ingeschreven te hebben aan het eind van de ochtend, de mogelijkheid dat twee van de vier workshops die reeds in de ochtend gegeven zijn, nog eens herhaald worden. De twee geplande workshops waren spanningsregulatie bij angst en bij slaapproblemen. Het eerste onderwerp werd behandeld door twee docenten van de Hogeschool Windesheim, die in het kader van hun Master’s graad onderzoek deden op de data van het Resultaten project van patiënten met angstklachten. Het bleek dat slechts een minderheid van deze patiënten een diagnose angststoornis of een andere vorm van psychopathologie hadden. Uit het onderzoek bleek dat alle patiënten duidelijk en significant verbeterden op de vragenlijsten, en dat behandeling dus zinvol was. Echter, patiënten met een stoornis scoorden hoger en eindigden ook hoger dan patiënten zonder DSM-IV diagnose. Margo Muijselaar gaf een ‘gelikte’ presentatie over slaapklachten als reden voor een AOT behandeling en riep deelnemers op om deel te nemen aan een thema werkgroep ‘slapen’. Een effectieve behandeling van slaapproblemen zou mogelijk een weg kunnen zijn waarlangs veel andere problemen te verbeteren zijn. Dit is nader te onderzoeken!
Naast mijn rol als observator/interviewer vandaag mocht ik in de middag een presentatie geven over procesmatig werken in de ouderenzorg. Irmgard van Dixhoorn heeft in haar werk als psychogerontoloog bij de stichting RAZ het procesmatig werken in de ouderenzorg eigen inhoud en vorm kunnen geven. Het onderzoek waarin ik haar heb mogen ondersteunen naar deze werkwijze laat zien hoe ouderen ondanks complexe psychogeriatrische problematiek in deze open setting kunnen blijven wonen. In het proces van begeleiding aan de oudere cliënt is de psychogerontoloog niet alleen gericht op het oplossen van het probleem gedrag maar werkt deze met de andere disciplines aan het optimaliseren van het welbevinden van de oudere, waaronder het gevoel van veiligheid. Juist het begeleiden van de omgeving in het optimaliseren van het welbevinden van de oudere cliënt is een belangrijke doelstelling, zo blijkt uit het onderzoek.
In de middag heb ik nog met een aantal mensen gesproken over hun achtergrond en ervaring, waaronder met Jantine Meinsma die ongeveer anderhalf jaar geleden met haar eigen AOT praktijk in Friesland gestart is en voor de eerste keer op een AOT symposium is. Zij vertelt over hoe ze enige tijd terug AOT heeft gehad voor haar lichamelijke klachten en hoe de positieve ervaring hiervan haar heeft gemotiveerd om de leergang AOT te gaan volgen. Ze is volop bezig met het bekendheid geven aan haar praktijk en de AOT werkwijze.
Het onderwerp PR en bekendheid geven aan AOT hoor ik bij meerdere mensen terug vandaag. Er lijkt wel behoefte te zijn onder de AOT’rs aan kennis, bijvoorbeeld van marketingdeskundigen, over wat de beste strategieën zijn om AOT en de eigen praktijk te promoten. Na afloop van de dag spreek ik Ellen Miley hierover. Zij is van mening dat, nu de resultatenprojecten zorgen voor een goede onderbouwing van de AOT, het mooi zou zijn als er op professioneel niveau gewerkt zou kunnen worden aan de landelijke bekendheid. Als ik haar vraag naar haar indruk van deze dag dan geeft ze aan deze dag als leerzaam te ervaren omdat het thema procesmatig handelen van zoveel verschillende kanten belicht wordt. Maar voegt ze toe, ze moet de dag ook nog even laten bezinken. In deze opmerking proef ik opnieuw procesmatig handelen, misschien zou ik na een week of twee eigenlijk nog een keer de indruk bij de therapeuten van deze dag moeten evalueren? Toepasselijk dat Jan ook dacht aan de verwerking van alle input die de therapeuten vandaag kregen en dus besloot om deze prachtige dag plenair af te sluiten met een nieuwe instructie.
Publicatiedatum: 30 juni 2014
Auteur: Nicoline Uwland