Docenten AOT afgestudeerd
Op 23 mei studeerden zes docenten in de Methode Van Dixhoorn af. Zij hadden een vierjarige opleiding daartoe gevolgd en dit werd nu afgerond door de verdediging van hun werkstuk tegenover de Raad van Advies van het Centrum voor AOT te Amersfoort.
De opleiding
De bijeenkomst werd ingeleid door een korte beschrijving van de opleiding tot docent door Van Dixhoorn. De docenten in opleiding hadden maandelijkse avonden bijgewoond aan het Centrum voor AOT van Jan en Irmgard van Dixhoorn en daar het lesgeven in en uitleggen van theoretische begrippen geoefend. Er waren opdrachten die besproken werden. Ook het lezen en refereren van wetenschappelijke artikelen werd geoefend. Ze liepen stage in de leergang en maakten daarvan verslagen. Tevens werden onderlinge intervisie bijeenkomsten opgestart. De laatste twee jaar werkten zij aan een eigen wetenschappelijk onderzoek van AOT, waarvan de rapportage werd verdedigd. Kort tevoren was een praktijkexamendag gehouden, waar zij een instructie en toelichting op de methode gaven.
Is de Yogales voldoende om te ontspannen?
Yvonne Esser had aan 370 yogaleerlingen een vragenlijst en de Nijmeegse vragenlijst laten voorleggen. Het bleek dat een kwart van hen nog een verhoogde score (> 20) had en dus nog waarschijnlijk spanningsgebonden klachten hadden, die kennelijk onvoldoende op de yogales reageerden. Een individuele proefbehandeling bood zij aan de eigen leerlingen met een verhoogde score aan, waarbij bleek dat 7 van de 10 verbeterden en bij 3 van hen de klachtenscore zelfs normaliseerde. Bij 3 was er geen respons.
De rol van AOT bij hyperventilatieklachten en angst.
Gerard van Holland onderzocht de casuïstiek die op de website was gepubliceerd van mensen die de AOT opleiding afgerond hadden. De grootste groep waren patiënten met hyperventilatieklachten. Van hen hadden 14 ook angst als hoofdklacht. Patiënten die een angststoornis hadden werden niet opgenomen. Opvallend was dat bij praktisch alle 14 uitgebreide ‘beperkende voorwaarden’ aanwezig waren, maar dat zij desondanks sterk verbeterden.
AOT: niet lineair, maar toch met een bepaalde lijn?
Dineke Meijer onderzocht de formulieren waarop cursisten van het eerste jaar van de leergang hun ervaring noteren met de verschillende instructies. Bij 78 deelnemers aan 5 cursussen werd bekeken of er een opbouw in de cursus zat. Er was een duidelijke opbouw van makkelijke naar moeilijke instructies, waarbij directe ademinstructies tot het eind bewaard bleven. Van begin af aan worden wel indirecte ademinstructies gegeven. Verreweg de meeste cursisten lukte het om meer dan de helft van de instructies met succes uit te voeren. Dit gold vooral de bewegingsinstructies, terwijl aandacht- en ademinstructies voor sommige heel goed en voor anderen niet goed lukten.
Hoe makkelijk is het uitschrijven van een instructie?
Jennie Borduin onderzocht hoe moeilijk het in feite is om een instructie uit te schrijven zodat hij voldoet aan de eisen die aan AOT instructies gesteld worden. Hier wordt vaak makkelijk over gedacht, maar het valt erg tegen om de tekst zo te noteren dat hij voor iedereen duidelijk is en de opdrachten uitvoerbaar, zonder dat ingevuld wordt wat de ervaring ervan is. Zij had de instructies in zijlig genomen, die een complexe houding en beweging bevatten, en deze bij diverse gelegenheden gegeven. Van de zes instructies en handgrepen bleken tussen de 10 en 18 versies nodig, voordat een bevredigende eindversie ontstaan was.
AOT dringt door..?
Els Anthonissen en Ellen Roggeband hadden vijftig eindverslagen van de driejarige opleiding op een kwalitatieve manier onderzocht. De cursisten geven daarin hun ervaring met de veranderingen die ze bij zichzelf opgemerkt hebben als gevolg van de opleiding. De meeste rapporteerden een of meer processen en veranderingen in het werk en in hun werkhouding. De meest genoemde veranderingen betroffen echter opmerkingen over de manier waarop de cursist in het leven is gaan staan, zichzelf en de wereld ziet. De verschillende veranderingen hingen onderling niet sterk samen.
Conclusie
De Raad van Advies ondervroeg elke docent kritisch, ze hadden lovende woorden maar ook concrete vragen. De docenten konden goed antwoorden en weerwoord bieden. De afronding werd bekroond met een certificaat en felicitaties.
Publicatiedatum: 25 mei 2007
Bron: Centrum voor AOT, Amersfoort
Auteur: J van Dixhoorn